Literatuur
- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 9: Eenvoudige dakconstructies en dakbedekkingen. Amsterdam (Kosmos), 1930voorwoord3e druk/1e en 2e druk waren in reeks van 4 delen. [335 blz. ISBN -]. | Hierin "Tengels": blz. 25 (Bij dakbeschot voor pannen lopen de dakdelen in de richting van voet naar nok, de 'staande bebording'. Over de naden tussen de delen zijn meestal 'losse tengels' getimmerd, waarnaast de delen een groef hebben om te voorkomen dat lekkagewater onder de tengel kruipt. Bij een 'vaste tengel' grijpen beide delen met een messing in de groeven van een staande lat, die zoveel dikker is dat de panlatten even ver van het beschot gehouden worden als bij het gebruik van een losse tengel)